<img height="1" width="1" style="display:none;" alt="" src="https://px.ads.linkedin.com/collect/?pid=1312570&amp;fmt=gif">

Je elektrische auto opladen: zoals tanden poetsen, elke dag

20 augustus 2019
Numobi_chargedby_white

Overschakelen op elektrisch rijden is ook: veranderen van brandstof. In plaats van benzine of diesel (de fossiele brandstoffen) tank je voortaan elektriciteit. Waar benzinestations zich bevinden, dat weet iedereen. Maar waar vind je laadstations? En heb je die per se nodig voor gewone verplaatsingen? Wat als je dreigt ‘plat’ te vallen? Deze - en nog andere spannende vragen - beantwoorden we in deze blogpost, zodat je gerust op de elektrische kar kan springen.

Grosso modo zijn er drie manieren om je elektrische auto op te laden: 

  • via een stopcontact; 
  • via een regulier laadstation (thuis, op het werk en publiek); 
  • via een snellaadstation. 

De meesten laden hun elektrische wagen thuis op, aan hun eigen laadstation of op het bedrijf, aan het laadstation(s) ter beschikking gesteld door de werkgever. Een elektrische wagen ga je immers laden op plaatsen waar je lang stil staat, zoals thuis en op het werk. Zo kan je telkens weer met gerust gemoed en een volle tank vertrekken. (Niet dat je die tank volledig leegrijdt met het gewone woon-werkverkeer. Een landgenoot woont gemiddeld 30 km verwijderd van zijn werkplek.) 

Tanken aan een publiek laadstation - van de gemeente, in een parkeergarage, aan een supermarkt of restaurant - is op steeds meer plaatsen mogelijk. In veel gevallen worden publieke laadpalen gebruikt om de energievoorraad tussendoor aan te vullen, ‘bijtanken’ als het ware. Ook onderweg tijdens een reis zijn ze onmisbaar. Snelladers doen wat hun naam zegt: in een mum van tijd (en sneller dan aan een regulier laadstation) je batterij weer opladen. Daarvan zijn er minder in ons land - maar ook daarin komt verandering. 

Thuis: stopcontact of laadstation?

Je elektrische wagen opladen via een gewoon stopcontact met aarding lijkt misschien handig, de constructeur voorziet daarvoor een speciale laadkabel en adapter bij de wagen. 

Maar het valt niet aan te raden, en wel om verschillende redenen.

  • het laden zelf verloopt zeer traag, je voegt zo’n 15 km actieradius toe per uur.
  • omdat de autobatterij voor lange tijd het maximale vermogen van het stopcontact opeist, is er een verhoogd risico op oververhitting. Het gebruik van een eigen verlengkabel is hierbij zeker uit den boze.

Een laadstation is hier specifiek voor ontworpen, biedt een groter vermogen en laadt daardoor een stuk sneller, van anderhalf tot wel 10 keer zo snel, afhankelijk van het gekozen toestel en beschikbaar vermogen. Een laadstation is efficiënter én veiliger! Installeer dus je eigen laadstation thuis

Wanneer je je elektrische wagen hebt geselecteerd en voor de keuze van een laadstation staat, dan houd je best rekening met: 

  •  de laadmogelijkheden van de wagen 

én 

  • je thuisaansluiting op het elektriciteitsnet  

Tussen die twee moet een ‘perfect match’ worden gevonden. 

In ons land zijn er meerdere soorten thuisaansluitingen mogelijk, 1 fase- of 3 fase-aansluitingen, met of zonder neuter, van 16A tot 63A tot … A. Terwijl je elektrische wagens hebt die enkel kunnen laden op 1 fase of op 1 en 3 fasen en die tot 16A  of tot 32A per fase kunnen ontvangen op wisselstroom.

Elektrisch opladen

Een goed ‘huwelijk’ tussen elektrische auto en thuisaansluiting is noodzakelijk om een laadstation te kiezen dat wérkt voor jouw specifieke situatie. 

Wat als je thuis onvoldoende vermogen zou hebben voor je gewenste laadstation en de andere ‘grote stroomverbruikers’ thuis? Dan kan je: 

  • ofwel het laden naar de nacht verplaatsen. Dit kan zo ingesteld worden bij de meeste wagens;
  • ofwel een verzwaring van je elektrische aansluiting overwegen. Dit kan aangevraagd worden bij de distributienetbeheerder;
  • ofwel een bijkomende slimme module installeren in de meterkast om te ‘balanceren’:  het vermogen dat naar de wagen gaat te verminderen als de andere verbruikers meer afnemen.

Je laadstation thuis: voordelen

We raakten het al even aan: een laadstation is veel beter uitgerust voor de oplaadklus dan een gewoon stopcontact. Zo’n station wordt aangesloten op een eigen beschermde stroomkring  en je elektrische installatie. Er is dus geen kunstmatige stroombeperking nodig. Resultaat: efficiënter opladen.

Een ander groot voordeel is van praktische aard. Met een eigen laadstation thuis of op het werk vraagt laden geen bijkomende inspanning. 

Je komt thuis of op kantoor, steekt de stekker in je laadstation en begint te laden. 

(Als je publiek moet gaan laden, moet je uiteraard 1. naar een laadstation in de buurt rijden, 2. daar wachten of 3. te voet terug naar huis gaan om 4. nadien je wagen terug te gaan halen.)

Wat een laadstation thuis of op het werk ook  aantrekkelijk maakt, is de kostprijs van het opladen. De elektriciteit op het werk is doorgaans stukken goedkoper dan die van een openbaar laadstation. En ook thuis is dit interessanter, zeker als je  ’s avonds of ’s nachts kan genieten van het dalurentarief in je elektriciteitscontract. 

Heb je ook nog eens zonnepanelen op je dak? Dan kan je je wagen zelfs opladen met gratis zonne-energie. En dat is pas helemaal mooi, niet?

Hoeveel kost het thuis opladen van je auto? 

Als je de elektriciteitskost van het opladen thuis uitrekent, dan kost elektrisch rijden op zo'n € 5 per 100 km. Je ziet meteen dat dit goedkoper is dan met fossiele brandstof waar je eerder op € 9 of meer uitkomt. Rij je 15.000 km per jaar, de gemiddelde afstand voor een personenwagen in ons land, dan kost het thuis laden van je wagen rond € 750 per jaar

Laad je enkel ’s nachts aan een gunstig dalurentarief, dan daalt dit zelfs tot € 500 per jaar

Met een verbrandingsmotor ben je al vlug meer dan € 1.350 kwijt. 

Een besparing van € 600 tot € 850 per jaar… dat tikt aan. 

Wil je weten hoeveel elektrisch rijden precies kost? In dit blogartikel krijg je een helder overzicht. 

Tanken besparingen laden


Hoe weet ik waar ik kan laden? 

Thuis laden en ‘volgetankt’ vertrekken, dat is het uitgangspunt. 

Maar je kan ook onderweg ‘bijtanken’. Feit is dat er overal in ons land (en Europa) voortdurend laadpunten bijkomen. Publieke gewone laadstations, op parkings, bij winkelcentra, hotels, restaurants, …. En ook snelladers. Via een handige app krijg je op elk moment - en waar je ook bent - een klare kijk op zaken. 

Het wordt al gauw een gewoonte: voor een langere trip in het binnenland, even kijken op de app waar je precies terechtkan. Voor een buitenlandse reis is het zelfs deel van de voorpret, je tocht digitaal uitstippelen. Op de app kan je zelfs zien of er een laadstation vrij is. 

Op reis naar Zuid-Frankrijk met vrouw en twee kleine kinderen in hun eerste elektrische wagen: hoe bracht Olivier het er vanaf? Lees hier zijn reisverslag >

Krijg ik subsidies voor een laadstation? 

Het antwoord is: neen. Als particulier krijg je geen subsidie voor de installatie van een laadstation, wel voor de aankoop van een elektrische wagen. Voor bedrijven daarentegen is er wel fiscale ondersteuning: de aankoop en installatie van een laadstation is 120% aftrekbaar (vanaf 2020: 100%). En voor een laadstation op de parking is geen stedenbouwkundige vergunning of milieuvergunning nodig. 

Ondertussen komen er wel steeds meer publieke laadpalen. Vlaanderen wil tegen 2020 in elke gemeente minstens één laadstation installeren. Wist je trouwens dat je - onder bepaalde voorwaarden - een publiek laadstation in je woonomgeving kunt aanvragen

Wil je graag meer weten over het laden van elektrische voertuigen?
Deze website maakt je wijzer. Extra informatie voor bedrijven vind je hier terug

Wat zou je ervan denken een gloednieuwe elektrische wagen te kiezen voor een vast maandbedrag inclusief onderhoud, banden, verzekering, road assistance én laadstation - geïnstalleerd? Over naar www.numobi.eu

Blijf op de hoogte van NUMOBI!

Nog geen reacties

Laat ons weten wat jij denkt.